defotopagina.nl
Sont 36
8226 AB
Lelystad
0320-282188
van 10-17 uur.
Sont 36
8226 AB
Lelystad
0320-282188
van 10-17 uur.
Prijzen incl BTW.
Onze energie houdt U mobiel 1999-2018 Kwaliteit heeft een Naam
VERKLARING VAN ENKELE GEBRUIKTE TERMEN
LEVENSDUUR. De gemiddelde levensduur van lampen is te vinden onder de kolom "uur". Deze tijden worden behaald onder gecontroleerde omstandigheden in het fabriekslaboratorium, waar groepen lampen tegelijk worden getest onder de meest optimale omstandigheden. In de praktijk zullen deze tijden niet altijd kunnen worden bereikt i.v.m. optredende schokken, te hoge of te lage spanningen, door niet gestabiliseerde transformatoren enz. Tests wijzen uit dat lampen achter een gestabiliseerde voeding bijna altijd de opgegeven levensduur bereiken, lampen zonder deze ondersteuning, dus bv. rechtstreeks op het net waar ze aan spanningsverschillen onderhevig zijn, kunnen tot 50 % korter branden. Ook een te hoge of te lage omgevingtemperatuur kan van invloed zijn ( Zie ook bij Halogeen Lampen ) Let goed op de verbinding van de lamp met de contacten van de fitting. Slecht contact, of vuile pennen kunnen de oorzaak zijn van bv. oververhitting en een sterk verkorte levensduur. LUMEN. De LICHTSTROOM (Luminous Flux) van lampen is een gemiddelde waarde van een groep geteste lampen. Individuele metingen van een specifieke lamp kunnen afwijken van de opgegeven waarden. L.F. is de hoeveelheid licht dat door de lichtbron in alle richtingen wordt uitgezonden. Licht Intensiteit is de hoeveelheid licht die in een specifieke richting wordt uitgestraald. Het wordt aangegeven in candela (cd), en wordt voornamelijk gebruikt bij verlichtings-(incandescent en Display)-lampen. KLEURTEMPERATUUR Dit is een waardebepaling om aan te geven hoeveel een "wit" licht de neiging heeft af te wijken op een gekende kleurschaal. De kleurtemperatuurschaal loopt van "warmwit"(2900-3000K = dicht bij rood) tot koelwit (5000K = dicht bij blauw/paars) voor fotolampen.De waarde wordt gemeten in Kelvin (K). De kleurtemp. kan sterk varieren t.o.v. de door de fabriek gegeven waarden, wanneer de lamp op onderspanning brand in de richting rood, en naar blauw/paars wanneer de lamp teveel spanning krijgt. LAMPPOSITIE. Waar voor een specifieke lamp een "a" staat opgegeven, kan de lamp in elke positie gemonteerd en gebruikt worden zonder dat dat de levensduur of lichtopbrengst nadelig zal beinvloeden. Voor alle andere aanduidingen wordt verwezen naar de bijbehorende afbeelding in de overzichten "lamppositie". Wij raden U ten sterkste aan de lamp alleen te gebruiken (plaatsen) zoals door de fabrikant wordt aanbevolen. Voor alle lampen geldt dat de lamp nooit zo gedraaid mag worden dat het filament in de lengte-as geplaatst staat. FILAMENTEN. Op verzoek kunnen wij U van specifieke lampen opgeven welk filament geplaatst is. Het filament ( de gloeidraad) is uiteraard der zaak sterk bepalend voor de lichtopbrengst en levensduur van een lamp. In de overzichten komen lampen voor die op alle vermelde punten gelijk zijn, zodat de indruk bestaat dat het hier om gelijke lampen gaat.De ophanging, lengte, dikte of de plaatsing van het filament maken er echter verschillende lampen van. Zo kan een dergelijke lamp langer of korter "leven" dan de evenknie, meer of minder licht geven, alleen voor verticale of horizontale plaatsing geschikt zijn, of juist in alle standen bruikbaar zijn. Bi-Plane lampen hebben een speciale constructie van het filament. Philips heeft een constructie ontwikkeld waardoor de spiralen van het filament niet meer alleen naast elkaar, maar nu naast en achter elkaar geplaatst worden.Deze constructie is compacter en levert daardoor meer Lumen per cm2. Dit houdt niet in dat deze lamp een grotere lichtopbrengst heeft, maar wel dat de lamp een gelijke lichtopbrengst heeft, echter op een kleinere oppervlakte. Dit betekent o.a. dat deze lamp met zijn compacter filament een beter te controleren lichtstraal, en lichtintensiteit levert, dit in combinatie met de juiste lens en condensor of spiegel. SAMENVATTING Het is niet goed mogelijk om precies aan te geven op welke minimum of maximum spanning een halogeenlamp gebruikt kan worden.De processen worden geregeld door temperatuur.Als een lamp zeer goed gekoeld wordt kan hij met succes gebruikt worden met een iets te hoge spanning, zonder daarvan al te veel schade te ondervinden. Het verdient echter aanbeveling goed te letten op eventuele behuizingen van de lamp. Gebruik op onderspanning mag onder omstandigheden plaats vinden, daarbij dient dan de koeling in elk geval uitgeschakeld te worden en moet gezorgd worden dat de temperatuur van delampwand in alle gevallen boven de 250°C blijft. SCHOKBESTENDIGHEID LAMPVOETEN G-voetjes (meest voorkomend bij de moderne halogeenlampen) verschillen onderling als volgt: |
lampvoet | G4 | G5,3 | GU5,3 | GX5,3 | G6,35 | G7,9 | G9,5 | GX9,5 | GY9,5 |
dikte pinnen in mm | 0,7 | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 1 | 2,3 3,0 |
3,2 | 2,3 3,2 |
2,3 3,2 |
afstand pin-pin in mm | 4 | 5,3 | 5,3 | 5,3 | 6,35 | 7,9 | 9,5 | 9,5 | 9,5 |
De effekten van overspanning en onderspanning op de prestatie en levensduur van halogeen hogedruklampen.
onderspanning | Grafiek 1 | overspanning | |||||||||
Voltage in % |
-25 |
-20 |
-15 |
-10 |
-5 |
+5 |
+10 |
+15 |
+20 |
+25 |
Voltage in % |
Ontwerpvoltage |
|||||||||||
Toename levens duur in % |
3000 | 1500 | 700 | 350 | 190 | -45 | -70 | -80 | -88 | -93 | Afname levensduur in % |
standaard 100% |
|||||||||||
Afname Lumen in % |
-66 | -58 | -45 | -32 | -12 | +18 | +40 | +65 | +90 | +120 | Toename Lumen in % |
|
|||||||||||
1 In hoofdlijnen is hier zichtbaar gemaakt wat de invloed van verkeerde voedingsspanning zal zijn op de eigenschappen van een halogeenlamp. De toename van de levensduur is overigens hypothetisch omdat o.a. door de zwarting van het glas door de niet teruggedampte tungsten-atomen, alsmede de afbraak van de aanvoerleidingen de levensduur toch weer sterk negatief beïinvloed zal worden. |